3 avr. 2009

Vissers

Een ondiep en regelmatig water staat stil onder minuscule lenzen van bleek groen. Daar leven kikkervisjes. We vangen de spartelversheid, een ontplooide staart als stuurwiel en een eivormig lichaam met blote hand. De glijdende kleverigheid van een onverwoord wezen maakt de onderneming interessant.

Vissers vissen op wat het leven nooit zonder ongehoorde beoordeling biedt: een blaasje van tijd waar de code iets verlangt. Angels, hengels, vangnet, aas, wormen, wat graan, buidel, mandje: taalrijke alibis voor een paar uren getemperde dromerij in de warme schaduw. De rotzooi blijkt veel ruimte in beslag te nemen, hij rechtwaardigt het pure moment. De visser wacht in geveinsde beleefdheid – de mens verdraagt het niet als de mens niets verwacht.

Aucun commentaire: