27 avr. 2009

Brecht is Weill is Villon is opgehangen

Bekend is dat Brecht en Weill vaak genoeg weerwoord gaven op de kritiek van hun geniale stuk, Die Dreigroschenoper, en wel moesten weten wat plagiat betekent. De opera - op zaterdag naar de opvoering van Robert Wilson door het Berliner Ensemble in het Muziektheater geweest*- is gebaseerd op een vertaling van een stuk uit 1728, de Beggar's Opera van John Gay. Weills muziek is in tegenstelling tot Brechts tekst geheel origineel. Elisabeth Hauptmann leverde de Duitse vertaling op waarvan Brecht in de loop der tijd steeds meer los kwam. De oorspronkelijke aanduiding van de opera was "Ein Stück mit Musik in einem Vorspiel mit 9 Bildern nach dem Englischen des John Gay. Übersetzung: Elisabeth Hauptmann. Bearbeitung: Bertolt Brecht. Musik Von Kurt Weill".

Wel bekend is dat balladen van Rudyard Kipling, Der Kanonensong en van Francois Villon, onder andere Die Zuhälterballade of Ruf Aus Der Gruft, ertussen zaten of steeds zitten.

Minder bekend is François Villons beroemdste gedicht La Ballade des Pendus waarvan Brecht zich liet ïnspireren voor de Grabschrift, Ballade in der Macheath jedermann Abbitte leistet:

Frères humains qui après nous vivez/Ihr Menschenbrüder, die ihr nach uns lebt,
N'ayez pas vos cœurs durcis à notre égard,/Laßt euer Herz nicht gegen uns verhärten,
Car si vous avez pitié de nous, pauvres,/Und lacht nicht, wenn man uns zum Galgen hebt,
Dieu aura plus tôt miséricorde de vous./Ein dummes Lachen hinter euren Bärten.
Vous nous voyez attachés ici, cinq, six:/Und flucht auch nicht, and sind wir auch gefallen,
Quant à notre chair, que nous avons trop nourrie,/Seid nicht auf uns erbost wie das Gericht.
Elle est depuis longtemps dévorée et pourrie,/Gesetzten Sinnes sind wir alle nicht —
Et nous, les os, devenons cendre et poussière./Ihr Menschen, lasset allen Leichtsinn fallen,
De notre malheur, que personne ne se moque,/Ihr Brüder, laßt euch uns zur Lehre sein,
Mais priez Dieu que tous nous veuille absoudre !/Und bittet Gott, er möge mir verzeihn.

Si nous vous appelons frères, vous n'en devez
Avoir dédain, bien que nous ayons été tués
Par justice. Toutefois vous savez
Que tous les hommes n'ont pas l'esprit bien rassis.
Excusez-nous, puisque nous sommes trépassés,
Auprès du fils de la Vierge Marie,
De façon que sa grâce ne soit pas tarie pour nous,
Et qu'il nous préserve de la foudre infernale.
Nous sommes morts, que personne ne nous tourmente,
Mais priez Dieu que tous nous veuille absoudre !

La pluie nous a lessivés et lavés/Der Regen wäscht uns ab and wäscht uns rein
Et le soleil nous a séchés et noircis ;/Und wäscht das Fleisch, das wir zu gut genährt,
Und die zuviel gesehn and mehr begehrt,/-----------------------------------------------
Pies, corbeaux nous ont les yeux cavés,/Die Raben hacken eure Augen ein.
Et arraché la barbe et les sourcils./Die Raben hacken eure Augen ein.
Jamais un seul instant nous ne sommes assis ;/Und niemals sind wir fest gehängt and wiegen
De ci de là, selon que le vent tourne,/Bald hin, bald her, ganz wie aus Ubermut,
Il ne cesse de nous ballotter à son gré,
Plus becquétés d'oiseaux que dés à coudre./Zerpickt von einer gier’gen Vögelbrut
-----------------------------------------------------/Wie Pferdeäpfel, die am Wege liegen.
Ne soyez donc de notre confrérie,/Ach, Brüder, laßt euch uns zur Warnung sein,
Mais priez Dieu que tous nous veuille absoudre !/Und bittet Gott, er möge uns verzeihn.

Prince Jésus qui a puissance sur tous,
/---------------------------------------------------
Fais que l'enfer n'ait sur nous aucun pouvoir :
/------------------------------------------
N'ayons rien à faire ou à solder avec lui.
/-------------------------------------------------
Hommes, ici pas de plaisanterie,
/----------------------------------------------------------
Mais priez Dieu que tous nous veuille absoudre.
/---------------------------------------

---------------------------------------------------/Die Mädchen, die die Brüste zeigen,
---------------------------------------------------/Um leichter Männer zu erwischen,
---------------------------------------------------/Die Strolche, die nach ihnen äugen,
---------------------------------------------------/Um ihrer Sünde Lohn zu fischen,
---------------------------------------------------/Die Lumpen, Huren , Hurentreiber,
---------------------------------------------------/Die Tagediebe, Vogelfrein,
---------------------------------------------------/Die Mordgesellen, Abtrittsweiber,
---------------------------------------------------/Ich bitte sie, mir zu verzeihn.
---------------------------------------------------/Nicht so die Polizistenhunde,
---------------------------------------------------/Die jeden Abend, jeden Morgen
---------------------------------------------------/Nur Rinde ließen meinem Munde,
---------------------------------------------------/Auch sonst verursacht Mühn and Sorgen.
---------------------------------------------------/Ich könnte sie ja letzt verfluchen,
---------------------------------------------------/Doch heute will ich nicht so sein.
---------------------------------------------------/Um weitre Händel nicht zu suchen,
---------------------------------------------------/Bitt ich auch sie, mir zu verzeihn
---------------------------------------------------/Man schlage ihnen ihre Fressen
---------------------------------------------------/Mit schweren Eisenhämmern ein.
---------------------------------------------------/Im Übrigen will ich vergessen.

Ja: Bearbeitung**.

* Kleurkrachtige regie-beelden in briljante grafische vormgeving, sobere costuums, meesterlijke lichtontwerp, een allgemene indruk van collages en strips, karikaturaal geacteerd in beste cabaret traditie en behalve een paar gesproken passages een door en door intakte tekst: een overaal prachtige opvoering door het Berliner Ensemble, een van Duitslands grootste theatergezelschappen die blijkbaar zelden naar Nederland komt (Opera Zuid bracht er een in 2007, daarvoor moet men terug naar 1963***). Mooi ook om te zien dat regisseurs los kunnen van klassieke en Brechtse operaconventies met bijvoorbeelden het gebruik van elektronische geluidseffecten (stapjes, onzichtbare deuren, bellen en klokken, gordijnen die open en dicht gaan, zoenen enz.) of witgeschminkte gezichten die mimekunstenaar Marcel Marceau en Charlie Chaplin in herinnering brengen.

** Een ik behoor beslist tot de taalrijke Brechts liefhebbers, maar a.u.b. geen rad voor de ogen draaien. Een ook geen zand in de ogen strooien. Au! Klootzak****, dat doet zeer.

*** Uit een artikel "bearbeitet".

**** Brecht is geen klootzak uiteraard
.

Aucun commentaire: