14 avr. 2009

Een andere koek

Ontsplitte koeken uiteraard. Een eclair met koffie, een Paris-Brest, twee rijstaarten, een merveilleux. Behalve een stuk of twee weet je wie wat lust. Je rijgt rustig alle namen aan elkaar aan. Onderdanig duikt de verkoopster achter de balie en voldoet aan jouw verlangen, de tang in de hand; zij toont niet eens ongeduld toen zij van de doos moet wisselen – de tompouce past niet. Het vierkant doosje met opgestokene randen is belangrijk: hij maakt de bodem uit van een kwestbaar bouwwerk.

- Dat was het!

De verkoopster begraaft de doos in een rose piramide van papier, straks omhelsd door een wit lint. Als je betaalt houd je het pakket aan de onderkant vast. Net de deur uit grijp je aan de band en duwt het doosje van jezelf af. C´est la vie.
Zondagskoeken moet men dragen als horloges. Als tovenaren van piepkleine rituelen gaan ze voort, zonder troost en geveinsde nederigheid: is opgeschroefde waardigheid niet ridicuul? Als paasbeste trottoirs naar lijntrekkerij smaken draagt de opgehangen piramide wel bij. Met de koekdoos in de hand lop je voor het zingen nog de kerk uit.

Aucun commentaire: